Premier Sigmundur Gunnlaugsson liet er maandag geen misverstand over bestaan: “Ik treed niet af.”
De namen van de eerste minister en zijn vrouw doken zondag op in de publicaties over de Panama Papers. Volgens Gunnlaugsson behelst de informatie niks nieuws en heeft hij over zijn zakelijke beslommeringen eerder al tekst en uitleg verschaft.
In een interview met het IJslandse televisiestation Stöd 2 zei hij tevens dat de bevolking hem en zijn regering bij de volgende verkiezingen kan beoordelen. Hij bood wel excuses aan voor zijn optreden op de Zweedse tv, waarin hij al na een enkele kritische vraag over het wegsluizen van vermogen opstond en wegliep.
Protesten in Reykjavik
Ondertussen zijn duizenden IJslanders maandag in Reykjavik de straat opgegaan om het aftreden te eisen van de premier. De betogers sloegen op trommels bij het parlement, dat door de politie met hekken was afgezet.
De oppositie in het parlement diende maandag een motie van wantrouwen in tegen de regering. Over de motie van de Piratenpartij wordt mogelijk donderdag gestemd.
Voor de betoging van maandag kwamen meer mensen op de been dan in 2009, toen toenmalig premier Geir Haarde in verband met het Icesave-schandaal tot aftreden werd gedwongen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl